Opleidingsplan Video-hometraining (VHT)


ALGEMEEN

Het opleidingsplan is vastgesteld door de Associatie Interactiebegeleiding en Thuisbehandeling (AIT) en wordt door AIT-opleiders en het Steunpunt VHT-VIB gehanteerd. Het betreft hier een gedegen opleidingstraject dat afgesloten wordt met een certificaat.

 

OPLEIDINGSVOORWAARDEN-EN WENSEN

Om de opleiding tot VHT-er met succes te kunnen voltooien moet er voldaan worden aan een aantal voorwaarden:

  • De VHT-er in opleiding dient tijdens de opleiding per week voldoende vrijgesteld te zijn om bezig te kunnen zijn met VHT-activiteiten. Daaronder vallen onder meer: de contacten met de cliënten, de reistijden, het voorbereiden van video-sessies met de cliënten, het voorbereiden van de supervisie.
  • De VHT-er in opleiding werkt gedurende de gehele opleidingsprocedure per moment met minimaal 2 systemen (opleidingsgarantie), wenselijk is 3 systemen of meer.
  • De VHT-er in opleiding kan beschikken over een camcorder van goede kwaliteit, vooral bij stilstaand beeld en slow-motion.
  • De VHT-er in opleiding heeft de beschikking over een televisie-monitor of laptop van goede beeld-en geluidskwaliteit.
  • De VHT-er in opleiding heeft de beschikking over apparatuur om het overleg tussen VHT-er en cliënt n.a.v een beeldanalyse op te kunnen nemen.
  • De organisatie waar de VHT-er werkzaam is heeft een protocol m.b.t videogebruik en privacy.
  • De VHT-er in opleiding heeft enkele jaren werkervaring.

 

INTRODUCTIECURSUS

De opleiding VHT wordt voorafgegaan door een introductiecursus VHT-VIB.
Tijdens de introductie staat het kennismaken met de methode centraal. Thema’s die aan de orde komen zijn:

  • kennismaken met de theorie over de basiscommunicatie;
  • kennismaken met het analyseren van beelden;
  • kennismaken met de camera, met adviezen voor geschikte opnames;
  • aandacht voor het belang van een goed protocol m.b.t videogebruik en privacy;
  • kennismaken met de verschillende toepassingsmogelijkheden.

De introductiecursus gebeurt groepsgewijs.

 

OPLEIDINGSPLAN

De opleiding bestaat uit drie fases:

  1. leren analyseren van videomateriaal;
  2. basiscommunicatie van de VHT-er;
  3. implementatie van VHT in het begeleidingstraject.

De opleiding wordt middels een supervisietraject doorlopen.

 

FASE 1  Leren analyseren van videomateriaal (introductiecursus + 2 bijeenkomsten)

Het aantal bijeenkomsten per fase vormt een indicatie. In de praktijk kan het per persoon verschillend zijn hoeveel bijeenkomsten per fase gewend zijn. Ook zullen in de praktijk de fases niet altijd zo helder van elkaar te onderscheiden zijn, maar op een aantal punten door elkaar lopen.

 

Leerdoelen:

  • beeld-voor-beeldanalyse leren aan de hand van de basiscommunicatie-principes;
  • het zich eigen maken van de interactieprincipes;
  • vertalen van de gesignaleerde leerpunten naar informatie voor de cliënt;
  • informatie overdragen aan de hand van videobeelden;
  • verschil ervaren tussen informatie geven/inlichten, ondersteunen en begeleiden;
  • aansluiten en invoegen;
  • interactieontwikkeling bij de cliënt benoemen;
  • implementatievragen herkennen.

 

Werkwijze:
De VHT-er brengt alle beelden in die hij heeft gemaakt voor de VHT. Middels deze beelden zal de opleider de kennis omtrent de interactie-analyse overdragen. De eerste bijeenkomsten zullen vooral in het teken staan van het aanreiken van een kader en de VHT-er in opleiding hiermee vertrouwd maken. Het nauwkeurig kijken naar de beelden (=”beeld-voor-beeld analyse”) staat centraal.
 Na de eerste bijeenkomsten bereidt de VHT-er in opleiding het materiaal voor en maakt zelf de analyses. De opleider zal deze analyses doornemen en informatie toevoegen. Het leren hanteren van de taal die hoort bij de interactie-analyse komt hierin centraler te staan.

 

FASE 2  Basiscommunicatie van VHT-er in opleiding ( circa 8  bijeenkomsten).

Leerdoelen:

  • leren maken van een interactieanalyse van de eigen basiscommunicatie;
  • helpen verwerken van de aangeboden informatie;
  • zich op de krachten richten van de cliënt zonder de leerpunten uit het oog te verliezen;
  • afgestemd taalgebruik en attitude;
  • doelen vaststellen en vertalen naar een ondersteuningsaanbod.

 

Werkwijze:
De VHT-er in opleiding laat korte fragmenten zien van de video-opnamen die hij heeft gemaakt van ouder en kind. Hij toetst tijdens de bijeenkomsten de analyse zoals hij die heeft gemaakt. Niet alle video-opnamen komen meer aan bod, de VHT-er in opleiding maakt zelf een selectie van datgene wat hij wil laten zien.
De VHT-er in opleiding maakt video-opnamen van het overleg dat hij heeft met de cliënt.
Met behulp van deze video-opnamen worden bovenstaande leerpunten tijdens de supervisie doorgenomen. Het proces dat hiermee in gang wordt gezet staat centraal in de tweede fase van de opleiding. Tijdens de eerste bijeenkomsten brengt de VHT-er in opleiding alle opnamen in die gemaakt zijn van de overlegmomenten en worden de leermomenten van de VHT-er in opleiding vastgesteld. Hierna bereid de VHT-er in opleiding de video-opnamen voor en selecteert deze op de groei die hij doormaakt. De opleider voegt, daar waar nodig, informatie toe en activeert de VHT-er in opleiding de leerdoelen om te gaan zetten in handelen en communicatie.

 

FASE 3  Invoegen van VHT binnen het begeleidingstraject (circa 6 bijeenkomsten)

Leerdoelen:

  • zelfstandig VHT uit kunnen voeren;
  • zelfstandig beeld-voor-beeldanalyse doen en ondersteuningsdoeleinden formuleren, zowel voor het contact ouder met het kind als voor het contact cliënt met de VHT-er;
  • verslaglegging en evaluatie VHT begeleidingen;
  • implementatievraagstukken kunnen herkennen en er oplossingsgericht in de organisatie mee kunnen werken;
  • vertaling VHT aanbod naar totaal van aanbod van de organisatie (afdeling);
  • bijdrage kunnen leveren aan verdere ontwikkeling van VHT voor de eigen doelgroep.

 

Werkwijze:
De VHT-er in opleiding analyseert het videomateriaal van zowel de ouder met het kind als van de eigen gesprekken met de cliënt. Tijdens de supervisiebijeenkomsten stelt de VHT-er in opleiding gerichte vragen over datgene waar hij bij geholpen wil worden en gebruikt de eigen analyse hierbij ter verduidelijking.
Met de VHT-er in opleiding wordt doorgenomen op welke wijze VHT op dat moment geïntegreerd is in het totale behandeltraject. Eventuele knelpunten worden gesignaleerd en samen met de VHT-er wordt gekeken op welke wijze deze knelpunten op te lossen zijn. Nauw overleg met de leidinggevende(n) is in deze fase voorwaarde.

 

TUSSENTIJDSE EVALUATIE

Na circa 10 bijeenkomsten vindt er een tussentijdse evaluatie plaats met de VHT-er in opleiding en de opleider. Een collega opleider/gecommitteerde wordt bij deze evaluatie betrokken. Deze collega opleider/gecommitteerde kan bij de tussentijdse evaluatie aanwezig zijn, maar ook op een andere wijze in staat worden gesteld om het leerproces mee te volgen. Tijdens deze evaluatie komt aan de orde of de gevolgde leerroute terug te vinden is in het opleidingsplan en of de VHT-er in opleiding de leerdoelen, zoals die na fase 2 geformuleerd zijn, heeft gehaald. De doorgemaakte groei wordt vastgesteld en tevens de specifieke leerdoelen voor de komende periode. Doorgenomen wordt op welke wijze deze specifieke leerdoelen binnen de opleiding uitgewerkt zullen worden. Tevens wordt het gevolgde implementatietraject binnen de organisatie aan de orde gesteld.

Deze evaluatie heeft een tweeledig doel:

  1. Het geeft de VHT-er in opleiding de mogelijkheid om kritisch te kijken naar het gevolgde opleidingstraject en de behaalde leerdoelen. De aanwezigheid van een gecommitteerde geeft de kans om eventuele blinde vlekken in kaart te brengen zodat deze alsnog in de opleiding meegenomen kunnen worden.
  2. Borging van de kwaliteit van de opleiding. De gecommitteerde kijkt of de leerroute, zoals die door de opleider is uitgezet, voldoet aan de vastgestelde criteria.
    De VHT-er in opleiding maakt een kort verslag (max. 1 A4) van de evaluatie.


CERTIFICERING

Wanneer deze fasen zijn doorlopen wordt de opleiding afgesloten met een certificaat “Video Home Trainer”.
De certificering vindt plaats in een aparte bijeenkomst, waar naast de opleider en de VHT-er ook een gecommitteerde van het Steunpunt VHT-VIB of AIT en een afgevaardigde van de directie van de organisatie aanwezig zijn.
Tijdens deze bijeenkomst geeft de VHT-er  een videopresentatie waarin helder wordt op welke wijze VHT in de ouder-kind relatie vorm krijgt en waarin ook het eigen leerproces van de VHT-er helder wordt.
Tijdens deze bijeenkomst wordt bekeken of de VHT-er voldoet aan de volgende kwalitatieve criteria:

  • het kunnen selecteren van relevante fragmenten uit video-opnamen;
  • het kunnen maken van een nauwkeurige interactie-analyse;
  • het kunnen formuleren van leerdoelen van zowel de ouder als het kind;
  • het kunnen beschrijven van het ontwikkelingsproces van zowel ouder als kind en de eigen rol daarin;
  • inzicht  hebben in eigen basiscommunicatie en deze goed toe kunnen passen
  • activerende houding heeft tijdens de begeleidingsgesprekken;
  • het kunnen beschrijven van het implementatieproces van VHT binnen de eigen organisatie (afdeling): welke stappen zijn al gezet en hoe ziet het vervolg er uit.

Daarnaast geldt als kwalitatieve criteria dat de VHT-er in 10 begeleidingssituaties ervaring heeft opgedaan met VHT.

Het certificaat wordt opgenomen in de certificeringsbank van het Steunpunt VHT-VIB en bij blijvende geschiktheid driejaarlijks verlengd.

 

KWALITEITSBORGING

De ervaring leert dat kwaliteitszorg ook na de opleiding belangrijk is. Dat is logisch, aangezien het lang niet altijd meevalt om de positieve, activerende attitude in een gezin vast te houden. Ook ervaren VHT-ers komen in situaties terecht waarin het hen niet lukt om de negatieve, ontwikkelingsbelemmerende manier van communiceren binnen een gezin om te buigen.
Supervisie, individueel of groepsgewijs kan dan helpen om weer zicht te krijgen op het communicatiepatroon en vervolgens weer leiding te kunnen geven aan de communicatie. 
Dit is de reden dat na de opleiding kwaliteitszorg wordt gerealiseerd in de vorm van incidentele consultatie, deelname aan intervisie of werkontwikkelingskringen en studiedagen. Deelnemen aan dergelijke activiteiten is een onderdeel van de kwaliteitszorg na opleiding en is tevens een voorwaarde voor de drie-jaarlijkse verlenging van het certificaat.